Schuimextrusieproces:
Integratie van blaasmiddel: Tijdens de smeltbereiding in de extruder wordt een blaasmiddel - gasvormig of chemisch - in de polymeermelt gebracht.
Uitzetting: Als de smelt de matrijs verlaat, zet hij uit tot een vooraf bepaalde hoeveelheid, waardoor de celstructuur in de wand van de kunststofplaat ontstaat.
Extrusiemachine: Het proces vindt plaats in een gespecialiseerde schuimextrusiemachine met een afgesloten extrusiekamer.
Drukvariatie: De kamer kan drukvariaties ondergaan, zoals een vacuüm, om de kunststof vorm te geven.
Vormcontrole: Aangedreven rollen in en na de kamer zorgen ervoor dat de kunststof de gewenste vorm behoudt.
Bedrijfsomgeving en machineaanpassingen:
Ruwe omstandigheden: De omgeving in de extrusiekamer is extreem, waardoor externe energie nodig is voor vorm- of vormwalsen om blootstelling aan schadelijke omstandigheden zoals vacuüm en druk te beperken.
Positionering aandrijfsysteem: Doordat het aandrijfsysteem extern is geplaatst, zijn lopende werkzaamheden, onderhoud en aanpassingen mogelijk zonder de productie te onderbreken.
Barometrische beenkamer: De kamer bevindt zich meestal aan de bovenkant van een barometrisch been, waardoor het extrudaat wordt geleid.
Afsluiting van de kamer: Er worden beweegbare schotten gebruikt om het bovenste uiteinde van de kamer af te sluiten, die in beide richtingen verstelbaar zijn voor operationele flexibiliteit.
Het schuimextrusieproces is van cruciaal belang voor de productie van lichtgewicht, veerkrachtige kunststofplaten die in verschillende toepassingen worden gebruikt en fabrikanten de mogelijkheid bieden om producten te maken met verbeterde isolatie-eigenschappen en materiaalefficiëntie.